Hendrik Reynecke uit Kaapstad, Zuid-Afrika, kwam na vijf jaar speurwerk het vreemdelingendossier van zijn overgrootvader Joseph op het spoor, die in de jaren 1920 in Brussel verbleef. Joseph overleed toen zijn dochter Joan – de grootmoeder van Hendrik – amper twee jaar oud was. In het vreemdelingendossier bleek tot verbazing van heel de familie een pasfoto van Joseph te zitten. Een prachtig (archief)verhaal, in Hendriks eigen woorden.

Eind augustus 2015 ging www.cartesius.be online. Duizenden oude kaarten en luchtfoto's werden zo met een muisklik toegankelijk. Meer dan 100.000 unieke bezoekers raadpleegden intussen de website, een groot succes. Uit de collectie van het Rijksarchief zijn via Cartesius een 4000-tal kaarten te raadplegen: een aantal dat blijft aangroeien. Onlangs werd ook één van onze cartografische topstukken, het kaartboek van de abdij van Averbode, raadpleegbaar via Cartesius.

Van 14 tot 19 maart 2016 voert de Vereniging van Italiaanse archivarissen een sensibiliseringscampagne voor het behoud van het Italiaans archivalisch patrimonium en om het vak van archivaris te promoten. Om onze Italiaanse collega’s een hart onder de riem te steken, brengen we graag hun boodschap over en tonen we ook enkele archiefstukken over de Italiaanse geschiedenis die in het Belgische Rijksarchief worden bewaard.

Het BRAIN-onderzoeksproject TIC-Belgium werkt een nieuw Virtual Research Environment-model uit om internationale organisaties te bestuderen. Doelstelling is aan te tonen dat lokaal activisme, nationale hervormingsagenda’s en transnationale ideeënuitwisseling over sociale hervormingen nauw verweven waren. Nicolas Surdiacourt, projectmedewerker van het Rijksarchief voor TIC-Belgium, legt uit hoe dit project nieuwe perspectieven opent voor geschiedkundig onderzoek naar sociale hervormingen in de periode 1815-1914. Bekijk hier de projectfilm.
Zopas verscheen een inventaris waarin de rekeningregisters uit de periode 1362-1794 van veertien Henegouwse steden worden beschreven. De 572 rekeningen in kwestie maken deel uit van het archief van de Rekenkamer, bewaard en bijgevolg raadpleegbaar in het Algemeen Rijksarchief in Brussel.

Het Algemeen Rijksarchief heeft een repertorium heruitgegeven dat een overzicht biedt van alle parochies van de Oostenrijkse Nederlanden, de prinsdommen Luik en Stavelot-Malmédy, en het hertogdom Bouillon in 1787.

Paperpoor of paperless en digitaal: elke organisatie streeft ernaar. Maar de overschakeling van papier naar digitaal is minder vanzelfsprekend. Het opleidingstraject ‘Duurzaam Digitaal Werken’, georganiseerd door het OFO, helpt je op weg. Je stelt je kandidaat met een digitaliseringsproject binnen je eigen organisatie. Is je project geselecteerd, dan volg je vier workshops en word je een jaar begeleid bij de implementering van je project. Je gidsen? Ervaren experten informatie-en documentatiebeheer van het Rijksarchief.
Prosper de Haulleville (1830-1898), een van de belangrijkste persfiguren van zijn tijd, richtte o.a. mee de Revue Générale op en leidde van 1878 tot 1890 de Journal de Bruxelles. Zoon Alphonse de Haulleville was van 1910 tot 1927 directeur van het Koloniaal Museum in Tervuren. En kleinzoon Eric de Haulleville was tijdens het interbellum een van de meest veelbelovende Franstalige schrijvers van België. Het archief van de drie de Haullevilles kan voortaan worden geraadpleegd in het Algemeen Rijksarchief in Brussel.

Op zaterdag 20 en zondag 21 februari 2016 organiseren Familiekunde Vlaanderen en Geniwal.eu in het stadhuis van Waver voor het eerst samen het tweedaags evenement 'Genealogie zonder grenzen'. Het Rijksarchief is één van de 67 standhouders van de genealogische beurs die je dat weekend in Waver kan bezoeken en op zondag geven Rolande Depoortere en Annelies Coenen van de dienst Digitalisering van het Rijksarchief om 14.00u een lezing in de zaal “Cloître” (gelijkvloers van het stadhuis) om genealogen wegwijs te maken in de zoekmogelijkheden van het Rijksarchief. Klik hier voor meer info.
Nadat de Duitse nederlaag een zekerheid was geworden, diep in de herfst van 1918, moest de Belgische regering nadenken over maatregelen die de gevolgen van de oorlogstoestand konden milderen. Er werden diverse diensten en administraties opgericht die zich moesten buigen over de nalatenschap van de Eerste Wereldoorlog. De personeelsdossiers van deze tijdelijke diensten zijn nu geïnventariseerd en raadpleegbaar.
