Rijksarchief in België

Ons collectief geheugen !

FR | NL | DE | EN
Menu

De vingerafdruk van een schilderij: archief en roofkunst

Texte petit  Texte normal  Texte grand
08/03/2022 - Divers - Algemeen Rijksarchief

Het menselijk leed dat de Tweede Wereldoorlog met zich meebracht, kent vele gezichten. Dat bleek enkele weken geleden nog maar eens toen in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in Brussel een schilderij van de muur werd gehaald dat tijdens de Tweede Wereldoorlog was geroofd. De restitutie van Corinths bloemenstilleven is niet alleen een schoolvoorbeeld van de waarde van archief voor rechtzoekende burgers en hun nabestaanden. De zaak benadrukt ook de rol van archiefinstellingen en archivarissen als geheugen van de maatschappij, een belangrijke component in de werking van een transparante en democratische samenleving.

Het werk in kwestie, een bloemenstilleven van de Duitse kunstenaar Lovis Corinth uit 1913, was destijds eigendom van het Joodse echtpaar Gustav en Emma Mayer. Zij vluchtten in 1938 weg uit Duitsland en raakten een jaar in België verzeild alvorens ze de doorsteek maakten naar Groot-Brittannië. Hun inboedel en kunstcollectie bleven evenwel achter in een opslagplaats in Brussel en vielen in handen van de Duitse bezetter.

Met de restitutie van Corinths bloemenstilleven is alvast één van de dertig geroofde schilderijen uit de collectie Mayer opnieuw in goede handen. Dat cijfer is tekenend voor de grootschalige en systematische kunstroof tijdens de bezetting: op enkele jaren tijd werden honderdduizenden schilderijen, beeldhouwwerken, boeken en antieke meubelen naar Duitsland of Oostenrijk verkast.

Na de bevrijding was de Belgische overheid slecht uitgerust om de restitutie van roofkunst tot een goed einde te brengen. De recuperatie van zogenaamde “cultuurgoederen” (kunstwerken, archieven en bibliotheken) verliep bijzonder moeizaam door een gebrekkige kennis van het netwerk achter de kunstroof, de laattijdige inzet van specialisten en de vrijwel onbestaande controle op cultuurgoederen gerecupereerd door buurlanden. Als gevolg van al deze factoren wist de Belgische overheid slechts weinig roofkunst op te sporen. Bovendien was het lot van veel voormalige eigenaars onbekend. Zo belandden een aantal gerecupereerde werken, waaronder het stilleven van Corinth, alsnog in Belgische musea. In het geval van het voornoemde schilderij leidde een positieve match tussen twee databanken tot een doorbraak.

De digitale wereld biedt nieuwe perspectieven om het complexe, internationale netwerk achter de naziroofkunst beetje bij beetje te ontrafelen. Performante zoekmotoren en databanken beginnen echter bij historisch bronnenmateriaal, lees: archief. Ruim driekwart eeuw na de oorlog zijn archiefdocumenten de stille getuigen van het onrecht uit het verleden. En net zoals de systematische kunstroof door het naziregime destijds over landsgrenzen liep, is een intensief en vaak ook internationaal archiefonderzoek vereist om het verleden op te helderen. Wat het schilderij van Lovis Corinth betreft, konden Duitse herkomstonderzoekers een beroep doen op diverse bronnen in het Algemeen Rijksarchief: de vreemdelingendossiers inzake de familie Mayer voor wat hun verblijf in België betreft, een kopij van de inventaris van de geroofde goederen die de bezetter in 1942 opstelde en last but not least de naoorlogse aangifteformulieren tot restitutie, met een gedetailleerde beschrijving van Corinths bloemenstilleven.

De teruggave van het bewuste schilderij is niet alleen een schoolvoorbeeld van de waarde van historisch archief voor rechtzoekende burgers en hun nabestaanden. De zaak benadrukt ook de rol van archiefinstellingen en archivarissen als geheugen van de maatschappij, een belangrijke component in de werking van een transparante en democratische samenleving.

 

Lees- en kijktips

www.belspo.be www.belgium.be e-Procurement