Rijksarchief in België

Ons collectief geheugen !

FR | NL | DE | EN
Menu

De geschiedenis van… uw huis!

Texte petit  Texte normal  Texte grand
06/08/2015 - Publicaties

Huizenonderzoek wint almaar aan populariteit, niet alleen bij architectuurhistorici, ook bij wie een sterke band heeft met zijn of haar eigen woning. Wie dit onderzoeksterrein wil verkennen, kan terecht bij het Rijksarchief, dat hierover talloze bronnen bewaart. Opzoekingen in dit soort bronnenmateriaal vergen evenwel een flinke dosis geduld. Hierbij een korte leidraad...

Het is een cliché: Belgen hebben een baksteen in de maag. De verwerving van een eigen woonst staat steevast bovenaan hun lijstje met wat ze belangrijk vinden in het leven. Wanneer een emotionele band is gegroeid met de eigen woning zijn de bewoners misschien ook benieuwd naar de ontstaansgeschiedenis van hun huis en eventuele latere aanpassingen ervan. Na de opmaak van een familiestamboom volgt dan vaak ook onderzoek naar de geschiedenis van het eigen vastgoed. De geschiedenis van een huis – of het nu een bescheiden plattelandswoning, een weelderig herenhuis in de stad of een kasteel is – slaat echter niet alleen op de opeenvolgende materiële wijzigingen die het gebouw heeft ondergaan, maar ook op de vroegere bewoners.

Het onderzoek

Als eerste stap in het onderzoek naar de geschiedenis van een huis moet worden teruggegrepen naar een document dat de meeste eigenaars onmiddellijk ter hand hebben: de akte van eigendomsoverdracht. Dit stuk bevat gegevens zoals het kadastraal perceelnummer, de identiteit van de vorige eigenaar en de naam van de betrokken notaris, die noodzakelijk zijn om verdere opzoekingen te kunnen verrichten in de enorme archiefbestanden die worden gevormd door notarisprotocollen en archieven van de Patrimoniumdocumentatie (registratie, hypotheken, kadaster). Deze bronnen geven aan wie sinds het begin van de 19de eeuw de opeenvolgende eigenaars waren, waaruit hun grondbezit precies bestond en hoe de gronden en hun bebouwde en onbebouwde omgeving evolueerden.

Om de geschiedenis van een gebouw en zijn bestemming te reconstrueren, moeten deze basisgegevens worden aangevuld door raadpleging van het archief van de gemeente waar het gebouw gelegen is. Sinds de 19de eeuw moet voor elk bouwwerk en voor elke ingrijpende wijziging ervan een bouwvergunning worden afgeleverd. Het dossier dat in functie van een bouwvergunning wordt samengesteld, bevat stukken (plannen van de architect, bestek en lastenboeken voor uit te voeren werken, beschrijving van de gebruikte materialen) met technische inlichtingen en details over de indeling van het gebouw (woonruimte, werkplaats, opslagruimte, kantoor, enz.).

De onderzoeker kan deze eerder droge informatie een gelaat geven door vervolgens na te gaan wie doorheen de decennia de opeenvolgende bewoners waren en hoe de samenstelling en de activiteiten van hun gezin eruit zagen. Voor deze informatie kan men te rade gaan bij de bevolkingsregisters, die reeds bestonden onder het Frans bewind en ten tijde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en in 1846 ook officieel in België werden ingesteld.

Andere bronnen waar men terecht kan zijn onder meer foto- en beeldmateriaal, de 900.000 individuele oorlogsschadedossiers die worden bewaard in het archief van het Bestuur voor Oorlogsschade aan private goederen, en, voor wat betreft het ancien régime, politieke en topografische kaarten (zoals de Ferrariskaarten), landboeken, renteboeken, tiendenkaarten en leenboeken, archief van specifieke rechtscolleges i.v.m. grondbezit, boekhoudkundige stukken en registers met de verschuldigde heffingen en taksen, volkstellingen, lijsten van grondbezit, enz.

De onderzoekpistes worden meer gedetailleerd beschreven in een artikel dat voorjaar 2015 verscheen in het tijdschrift Science Connection en dat gratis kan worden gedownload.

Het is een cliché: Belgen hebben een baksteen in de maag. De verwerving van een eigen woonst staat steevast bovenaan hun lijstje met wat ze belangrijk vinden in het leven. Wanneer een emotionele band is gegroeid met de eigen woning zijn de bewoners misschien ook benieuwd naar de ontstaansgeschiedenis van hun huis en eventuele latere aanpassingen ervan. Na de opmaak van een familiestamboom volgt dan vaak ook onderzoek naar de geschiedenis van het eigen vastgoed. De geschiedenis van een huis – of het nu een bescheiden plattelandswoning, een weelderig herenhuis in de stad of een kasteel is – slaat echter niet alleen op de opeenvolgende materiële wijzigingen die het gebouw heeft ondergaan, maar ook op de vroegere bewoners.

Het onderzoek

Als eerste stap in het onderzoek naar de geschiedenis van een huis moet worden teruggegrepen naar een document dat de meeste eigenaars onmiddellijk ter hand hebben: de akte van eigendomsoverdracht. Dit stuk bevat gegevens zoals het kadastraal perceelnummer, de identiteit van de vorige eigenaar en de naam van de betrokken notaris, die noodzakelijk zijn om verdere opzoekingen te kunnen verrichten in de enorme archiefbestanden die worden gevormd door notarisprotocollen en archieven van de Patrimoniumdocumentatie (registratie, hypotheken, kadaster). Deze bronnen geven aan wie sinds het begin van de 19de eeuw de opeenvolgende eigenaars waren, waaruit hun grondbezit precies bestond en hoe de gronden en hun bebouwde en onbebouwde omgeving evolueerden.

Om de geschiedenis van een gebouw en zijn bestemming te reconstrueren, moeten deze basisgegevens worden aangevuld door raadpleging van het archief van de gemeente waar het gebouw gelegen is. Sinds de 19de eeuw moet voor elk bouwwerk en voor elke ingrijpende wijziging ervan een bouwvergunning worden afgeleverd. Het dossier dat in functie van een bouwvergunning wordt samengesteld, bevat stukken (plannen van de architect, bestek en lastenboeken voor uit te voeren werken, beschrijving van de gebruikte materialen) met technische inlichtingen en details over de indeling van het gebouw (woonruimte, werkplaats, opslagruimte, kantoor, enz.).

De onderzoeker kan deze eerder droge informatie een gelaat geven door vervolgens na te gaan wie doorheen de decennia de opeenvolgende bewoners waren en hoe de samenstelling en de activiteiten van hun gezin eruit zagen. Voor deze informatie kan men te rade gaan bij de bevolkingsregisters, die reeds bestonden onder het Frans bewind en ten tijde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en in 1846 ook officieel in België werden ingesteld.

Andere bronnen waar men terecht kan zijn onder meer foto- en beeldmateriaal, de 900.000 individuele oorlogsschadedossiers die worden bewaard in het archief van het Bestuur voor Oorlogsschade aan private goederen, en, voor wat betreft het ancien régime, politieke en topografische kaarten (zoals de Ferrariskaarten), landboeken, renteboeken, tiendenkaarten en leenboeken, archief van specifieke rechtscolleges i.v.m. grondbezit, boekhoudkundige stukken en registers met de verschuldigde heffingen en taksen, volkstellingen, lijsten van grondbezit, enz.

De onderzoekpistes worden meer gedetailleerd beschreven in een artikel dat voorjaar 2015 verscheen in het tijdschrift Science Connection en dat gratis kan worden gedownload.

       


Publicatie van een onderzoekinstrument op komst

In het kader van een partnerschap tussen het Rijksarchief en het Institut du Patrimoine wallon (IPW) verschijnt binnenkort in de collectie 'Les Dossiers de l’IPW' een fraai geïllustreerd werk dat het grote publiek zal laten kennismaken met de voornaamste bronnen voor de geschiedschrijving van het vastgoed in Wallonië. De publicatie zal ook onderzoekpistes aanreiken voor een succesvolle exploitatie van die bronnen, te beginnen met de meest recente documenten en zo altijd verder terug in de tijd, tot – indien mogelijk – de oorsprong van het gebouw.

De publicatie is van de hand van Laurence Druez, werkleidster bij het Rijksarchief te Luik .

www.belspo.be www.belgium.be e-Procurement